Vredesmissie

Cambodja

Rond 11.00 uur kwamen we aan bij de grensplaats Poipet en daar moesten de eerste groep mariniers uitstappen die daar gelegerd waren. Kamp Las Vegas. Een grens controlepost die de grens tussen Thailand en Cambodja moest controleren dat daar geen vreemde dingen gebeurden. Er stonden en paar Laro's (Landrovers) klaar om ons verder te begeleiden het land in.

We gingen verder naar de volgende plaats Phum Nimith waar onze groep er uit moest. Daar aangekomen, pakte we onze spullen en stapte uit de krappe bus. De bussen reden onder begeleiding verder naar andere posten waar andere mariniers gelegerd waren. Kamp de Witte Olifant, F.D.S. (Field Dressing Station) het veldhospitaal. Daar kregen we onze onze baraken te zien, namen de posten over en namen afscheid van de mariniers die terug naar Nederland gingen. Onze taak was wachtlopen, patrouille, transport beveliging en Q.R.F. (Quick Reaction Force) dat bij problemen van onze- of helpende troepen ondersteuning kon bieden.

De jongens zijn net twee uur weg en we moesten al schuilen voor montieren. Tenminsten, dat dachten we. We hoorden een hoop knallen, maar het waren geen inslagen. De buurman (Lui van het regeringsleger die naast ons gelegerd waren.) was bezig met een actie tegen derden.

Het weer was erg warm ± 45°C, na verloop van tijd werd het daar steeds vochtiger. De moesson was in aantocht. Langs het kamp had de lokale bevolking een dorpje gemaakt. Nu de moesson in aantocht was ging men diepe putten maken om het regenwater wat zou gaan vallen op te vangen waar men later gebruik van kon maken.

Donderdag 24 Juni 1993. We hadden de hondenwacht, een wacht van 12.00 uur tot 16.00 uur en van 00.00 uur tot 04.00 uur. Om 16.45 uur nog eens een half uur zodat de huidige wacht ook kon eten. 17.30 uur konden wij gaan eten. tijdens het eten kwam er een korperaal naar ons toe en kregen we te horen dat we binnen een uur klaar moesten staan voor vertrek. We moesten een ambulance begeleiden naar een ziekenhuis in een ander dorp. Omdat ik een FALO (licht machinegeweer) had, moest ik achter op de Laro staan zodat ik het beste zicht had als er iets zou gebeuren onderweg. We gingen met volle vaart over een weg. Waar men normaal 6 tot 7 kwartier over deed, deden wij er ongeveer een uurtje over. Patiënt af geleverd en weer terug naar onze Kamp. Ondertussen was het al aan het schemeren, eerst langs Sisophon (een basis waar ook Mariniers zaten) om daar een nachtkijker op te halen voor onderweg. We gingen rustig verder, richting ons kamp. Het was nu echt donker geworden. Af en toe schoten gehoord en sporen van lichtkogels gezien. Het was van ons af dus reden we rustig verder. Vlak bij ons kamp F.D.S., had de CPAF (regeringstroepen) een roadblock over de weg gezet en na enig overleg konden we doorrijden. Op het kamp kregen we een briefing en ondertussen was het 20.30 uur geworden. Na de briefing konden we naar bed. Rond 22.00 uur hoorden we montier inslagen ver weg, en opeens BANG een harde knal vlak naast het kamp. Iedereen hun posten bezet en de rest de bunkers in. Na een kwartier niet meer te hebben vernomen zijn we weer verder gaan slapen tot 23.30 uur i.v.m. de wacht die weer gelopen moest worden tot 04.00 uur. Na de wacht konden we weer 2 uurtjes slapen tot 06.00 uur want dan is het overall. Vrijdag 25 Juni 1993. Om 07.00 uur hadden we patrouille, rijden van Phum Nimith naar Sisophon en weer terug via Poipet tot 16.45 uur. 2 Minder prettige dagen, maar toch leuk.

Verder Terug